Zoete Tiroler deegnoedeltjes, met maanzaad en honing
Germteignigelen zijn zoete noedeltjes van Germteig: Tirols/Oostenrijks voor Hefeteig, oftewel gistdeeg. Soms heten ze Paunchen, een term die verwijst naar de bolle vorm van de knoedels, als een dik buikje. Een in Tirol woonachtige nicht zond me het recept, waarin het daar zo geliefde Mohn, maanzaad, een subtiele bijrol vervult. De echtgenote van een hooggeplaatste Weense diplomaat vertelde me eens hoe zij - als rechtgeaard Oostenrijkse erg gehecht aan haar Mohn - een hele zak meenam naar een nieuwe post in Zuid-Oost Azië. Het heeft nog lang geduurd voor men daar begreep dat ze het maanzaad gebruikte in koekjes...
Ingrediënten
20 g verse gist
1 el. suiker (of vloeibare honing)
enkele eetlepels lauwe melk
400 g bloem of gebuild meel
2 middelgrote (bloemige) aardappels
1 ei
2 eidooiers
250 ml liter lauwe melk
50 g zachte of gesmolten boter
snuf zout
royaal boter of ander bakvet
50 g maanzaad
vloeibare honing naar smaak
Bereiding
Roer de gist los met suiker of honing in de lauwe melk en laat dit 10 minuten staan. Kook de schoongeboende aardappels gaar, pel ze en druk ze door een aardappelknijper of zeef, of wrijf ze fijn tussen uw vingertoppen. Meng de aardappelpulp met de gezeefde bloem en meng dit met gistmengsel, ei, dooiers, melk, boter en zout tot een zacht deeg ('Dampfl'). Laat het afgedekt op een warme plaats tot dubbele hoogte rijzen. Steek er met een bebloemd lepel walnootgrote bolletjes uit en laat die even narijzen. Tik overtollig bloem eraf en bak de Nigelen in heet bakvet goudbruin en gaar. Leg ze op dubbel keukenpapier, bestrooi ze direct met maanzaad en druppel er vloeibare honing over, zodat die er intrekt. Lekker bij melk of compote (op zijn Tirools), dan wel bij Wiener melange of (rum)thee.
Geniet ervan!
Alma